1. |
||||
HET LIED VAN CLEMENT DE KLUIZENAAR
REFREIN: Wie is dat? Wie is dat daar? (1)
‘t Is Clement de Kluizenaar! (2)
Hij is niet half, maar helemaal gaar! (2)
Ah Clement de Kluizenaar! (1)
De sterrenwichelaar, (3)
de toverkunstenaar
woont in een hangar
rijdt niet met een stationcar,
slaapt op een brancard,
zing het refrein nu maar:
Lalala (Koor)
REFREIN
De sterrenwichelaar, (4)
de toverkunstenaar
meldt elk gevaar,
hij ziet de toekomst zonneklaar:
een drol op het trottoir!
Ah wat een exemplaar!
Lalala
REFREIN
De sterrenwichelaar, (3)
de toverkunstenaar
draagt geen peignoir
maar een kleed van kameelhaar,
zo met baard en haar
lijkt hij op ’n barbaar!
Lalala
REFREIN
De sterrenwichelaar, (4)
de toverkunstenaar
maakt met wat tartaar
nog gauw een sprinkhaan klaar,
dat is het menu voorwaar
van de Kluizenaar!
Lalala…
|
||||
2. |
||||
HET WAS AL IN DE MIDDELEEUWEN…
Het was al in de Middeleeuwen
Zo rond een uur of twee, twee uur
Een ridder bevoer wilde zeeën
Dat kwam hem te staan zo duur.
Zijn scheepke ging nogal een gank
Op golven zo hoog als rotsen
De ridder werd daarvan zo krank
Zo krank dat hij moest kotsen.
Kotsgeluid + Kots-klots.
’t Was op één van de zeven zeeën
dat vergingen man en muis.
Het scheepke dat brak zo in tweeën
En dat was verre van pluis.
Nu moest hij ’n schoolslag demonstreren
En nog wel in ijltempo-o-oh.
Maar reizen deed hij om te leren
Ook voor een ridder is dat zo.
Het was al in de Middeleeuwen
Zo rond een uur of drie, drie uur.
Dat hij verzoop in wilde zeeën
Dat kwam hem te staan zo duur.
Lalala…
|
||||
3. |
Kwal de Kwelgeest
03:24
|
|||
KWAL DE KWELGEEST
Als Kwal de Kwelgeest jou komt halen,
Dan hoor je zijn tanden, hoor je zijn tanden malen.
Pas op voor de Kwelgeest
of je bent er geweest!
Hoor zijn kaken, hoor zijn kaken kraken!
En zijn spinnenpoten lijken de grond niet te raken!
Kwal de Kwelgeest…
Jij vreselijk beest!
Hij springt je op de rug en je moet hem dragen,
Zo ver hij wil, stel maar geen vragen!
Kwal de Kwelgeest…
Jij vreselijk beest!
Hoor hem grommen, hoor hem grommen en blazen
Kaarsen uit, kaarsen uit van vechtersbazen.
Kwal de Kwelgeest…
Jij vreselijk beest!
Hij gromt dat hij komt, hij komt met je spelen.
Dan verdeelt hij je in twee gelijke delen.
Kwal de Kwelgeest…
Jij vreselijk beest!
Kwal de Kwelgeest plant je zonder genade
Een klauw of drie tussen je schouderbladen.
Pas op voor de Kwelgeest…
Of je bent er geweest!
|
||||
4. |
Voor de schoonste fee
03:55
|
|||
VOOR DE SCHOONSTE FEE
Ah mijn Dolle Grietje,
Voor jou zing ik dit liedje,
’t Heeft een simpel melodietje
En toch is ’t geen akkefietje.
Ah mijn Dolle Grietje,
Mijn mooiste margrietje,
Maak van mij je vergeet-me-nietje
En je liefste satellietje.
Want jij bent de schoonste fee,
Zo zie je ze alleen op de TV
Kom ga met me op toernee
Ola-olé…
Ah mijn Dolle Grietje,
‘k ben zo groen als een grassprietje
maar ‘k kleur als een rood bietje
bij dit liefdesliedje.
Ah mijn Dolle Grietje,
Eet met mij een patat-frietje
Of voor mijn part een biscuitje,
Dan drinken we samen uit één rietje.
Want jij bent de schoonste fee,
Kom nu gauw met me mee
‘t Is plezanter met z’n twee
Zeg nou niet nee…
Ah mijn Dolle Grietje,
Betover mij want ik bied je
Mijn liefde in dit liedje
Tot je pratende parkietje
Ah mijn Dolle Grietje
Tot je fameuze favorietje
Tot je enig parasietje
Tot je eeuwige deugnietje.
Want jij bent de schoonste fee
Veel schoner dan doorsnee
Met je ogen van ree
Hup-hupsakee…
|
||||
5. |
't Zijn lappen!
02:50
|
|||
'T ZIJN LAPPEN!
’t Zijn lappen
want Zotskap Hein
viel van de trappen.
Och Here
waarom moest arme Hein
zich zo bezeren?
REFREIN
‘t Zijn lappen, ‘t zijn stoten,
Ocharme, zijn poten.
Hij valt nooit op zijn bips,
zit altijd in het gips.
Een schande,
de koning zag zijn zot
niet zo zacht landen.
Maar huilen
deed de koning niet
om al die builen.
REFREIN
’t Zijn toeren
met die arme Hein,
sapperdeboere!
Bij elke mop
van Zotskap Hein
krijgt hij op zijn kop!
REFREIN
Ach, zut!
De koning gooide Hein
in de vergeetput!
’t Wil lukken,
want Zotskap Hein
loopt nu op krukken.
REFREIN
|
||||
6. |
||||
DE DIEFSTAL VAN DE VIERKANTE TAFEL
KONINGIN:
Hoor hoe ‘k een liedje zing
over onze luxe li-iving,
verkwanseld aan ‘n vreemde kwant
heb ik het Tafelvierkant!
ALLEN:
Ai-ai Oei-oei-oei-oei Aiaiai en oeioeioei!
KRUK:
“Waar is de trots van de troon?
En het juweel aan mijn kroon?
Ah, mijn mooiste meubelstuk!”
KONINGIN:
Kwekte hij kwaad, koning Kruk.
ALLEN:
De Vierkante Tafel is verdwenen!
Wij knarsetanden en wij wenen!
Verdwenen!
KONINGIN:
“Geruild voor een duur gewaad
heb ik uw dierbaar hui-uisraad.”
KRUK:
“Wat moet ge zijn om zoiets te doen?”
KONINGIN:
“Een trut, een troela en een oen!”
ALLEN:
Ai-ai Oei-oei-oei…
KONINGIN:
Mijn gemaal riep zijn ridders bijeen:
Baldeween het Stalen Scheenbeen
en Wilfried met de Weke Darm,
die blies heel hard alarm.
ALLEN:
De Vierkante Tafel, zij is weg!
Is dat nu geen brute pech?
Z’is weg!
De ridders heroveren de tafel:
KONINGIN:
Ze trokken door het hele land
en vonden zo het Tafelvierkant.
Ze stuurden het terug met de post
en kwamen er achteraan gehost.
ALLEN:
Jippieja-jippiejahé, jippieja-jippiejaho…
Een dienstmeid brengt wafels op.
KONINGIN:
Er werd gehouden een banket,
op ’t kasteel was ‘t dolle pret!
Gezeten rond de Vierkante Tafel
aten wij vrolijk een suikerwafel.
ALLEN:
Terug is de fleur van ’t interieur
en ’s konings goed humeur!
Zijn goed humeur!
Jippieja…
|
||||
7. |
De Draak met 6 Koppen
02:50
|
|||
DE DRAAK MET 6 KOPPEN
Er was eens een draak, een draak met zes koppen,
Dat was nogal een monster, monsterachtig figuur.
Hij kwam nogal eens wild en woest op de proppen
en elke kop, die spuwde dan vuur.
Op een kwaaie dag, het viel te vermoeden,
toen werd hij nog kwader, nog kwader dan kwaad.
Zijn lijf zag rood en oranje van woede,
zijn ogen verbleekten van withete haat.
Hij begon toen hard, ja heel hard te grommen,
hij leek me totaal, ja helemaal overstuur.
Maar ‘t was dan ook een ramp en een schande, verdomme.
Want niet één van zijn zes koppen, die spuwde vuur.
Wat had hem nu toch zo zwaar kunnen storen?
Hoe was het mogelijk, hoe kon het bestaan?
Niemand die het wist, maar ik kon het horen.
Hij fluisterde het mij toe in zijn drakentaal.
“Mijn lucifers, mijn lucifers verdorie
‘k Ben ze verloren, ‘k krijg mijn vuurtjes niet aan.
Mijn lucifers, mijn lucifers verdorie.
‘k Ben ze verloren, ‘k krijg mijn vuurtjes niet aan.”
Ik heb die arme draak dan maar een vuurtje gegeven
Hij kleurde verlegen, hij fleurde helemaal op.
Hij begon van vreugde zelfs te rillen en te beven
En zie daar kwam al een vlam uit elke kop!
Hij toen begon hard, heel hard te blazen
En zijn zes tongen spuwden vuurrode vlammen
En het zal u misschien een klein beetje verbazen
Maar sindsdien moet ik mijn haar niet meer kammen!
En hij zei:
‘Jammer van de haren, sorry meneer.
Maar dank u voor het vuurtje, ik dank u zeer.
Het spijt me van uw haren, dat zal ik nooit meer doen.
Kom hier dan krijg je van mij een vurige zoen.’
Zie je soms een draak, een draak met zes koppen,
En is dat een monster, een monsterachtig figuur.
En komt die nogal wild en woest op de proppen
en spuwt elke kop, spuwt elke kop vuur.
Maak dan dat je wegkomt voor hij je kan bestralen
Want als die tongen vuurrood gaan vlammen
Dan noemen ze jou straks ook Karel de Kale
En moet jij straks ook je haar niet meer kammen.
|
||||
8. |
Peird Totale
02:33
|
|||
PEIRD TOTALE
Ik haal je nu, ik haal je van stal
Peird Totale, jij prachtig paard.
Ik haal je nu, ik haal je van stal,
Peird Totale, prachtig paard.
Jij telt meer dan tien PK,
Peird Totale, jij krachtig paard.
Jij telt meer dan tien PK,
Peird Totale, krachtig paard.
Dan draven wij door berg en dal,
Peird Totale, ah prachtig paard.
Dan draven wij door berg en dal,
Peird Totale, prachtig paard.
Dan trekken wij op kruisvaart,
Peird Totale, ah machtig paard.
Dan trekken wij op kruisvaart,
Peird Totale, machtig paard.
Jij bent meer dan een koninkrijk waard,
Peird Totale, mijn prachtig paard.
Jij bent meer dan een koninkrijk waard,
Peird Totale, machtig paard.
Geen enkel ros dat is zo rap
Als Peird Totale, mijn krachtig paard.
Geen enkele knol is zo knap…
Ah Peird Totale, prachtig paard!
Geen enkel model is zo sportief
Als Peird Totale, mijn machtig paard.
Geen enkel model is zo lief…
Ah Peird Totale, prachtig paard!
|
||||
9. |
||||
WILFRIED MET DE WEKE DARM
Hij was de zoon van Diederik,
Van Diederik met de Dikke Darm.
Hij was de kleinzoon van Erik,
Van Erik met de Endeldarm.
’t Was Wilfried met de Weke Darm,
die blies heel hard, heel hard alarm.
Hij was bevriend met Baldeween,
Baldeween met het Stalen Scheenbeen.
En ook met ridder Roeland,
Roeland met de Ene Tand.
Met het zwaard in de hand
Zwierven zij door ’t ganse land.
Daar was ook Gerard Hazenhart,
Die ging altijd heel hard van start
Vooral wanneer Jan Zonder Vlees
Weer eens uit zijn graf verrees
Blies Wilfried met de Weke Darm
Wel zééééér hard alarm.
Zij waren in dienst van Koning Kruk,
Koning Kruk met de IJzeren Krik.
Koning Kruk was niet goed snik
Ze kregen het enorm druk.
En Wilfried met de Weke Darm
Die blies dan telkens weer alarm.
Hij kwam op tegen tirannie!
Men kreeg hem nooit onder de knie!
Hij hoorde bij d’aristocratie!
Hij verdient al onze sympathie!
Want hij blies telkens weer alarm!
Wilfried met de Weke Darm!
|
||||
10. |
Toverspreuk
03:15
|
|||
TOVERSPREUK
Lead zang: MM1 (1) – Trien 1 (2) – Koorzang: voltallig koor.
Uitbeelden: Clement & Clementine (zij mimeren ook dat ze zingen).
Ik wil regen, ik wil geen zon. (1)
Hij bedoelt: geen regen, hij wil zon. (2)
En ik wou ook dat ik vliegen kon.
Ja, ik wilde dat ik heel ver vliegen kon.
ALLEN:
Hocus Pocus
Rebus Kwibus
Cactus Krokus
Bollebocus
En omnibus Pilatus Pardon
Carolus, kus van Karton
Bombardon Kamele-o-on
In Fiscus Claxo-on
Ik wil dat goud verandert in lood. (1)
Dat lood verandert in goud, idioot! (2)
Je hebt gelijk… sapperloot! (1)
Want anders sta ik weer in ’t rood!
ALLEN:
Hocus Pocus
Rebus Kwibus
Cactus Krokus
Bollebocus
En omnibus van een despoot!
Carolus kus een hanepoot!
Hocus Pocus Pilatus Pilo-oot!
Wat ben ik toch een malloo-oot!
Muziek stopt.
GRIETJE:
Het is precies nog niet zeer heel erg goed gelukt.
CLEMENT:
Ah nee, want dat was ik nog vergeten te zeggen… Je moet die toverspreuk 7863,4 keer herhalen, anders werkt ze niet.
GRIETJE:
7863,4 keer? Ken je er dan geen die een beetje sneller gaat, Clement?
CLEMENT:
Bah…
GRIETJE:
Zelfs geen zeer heel erg veel klein beetje sneller?
CLEMENT:
Euh… Ja… Wacht… ‘k Zal het proberen… ‘k Heb er één gevonden, denk ik…
Muziek herneemt.
Uit deze vergeetput, tover ons weg! (1)
Over berg en dal, over hei en heg!
Tover ons nu naar Grietjes tijd!
Tot ons aller groot jolijt!
ALLEN:
Hocus Pocus
Rebus Kwibus
Cactus Krokus
Bollebocus
En omnibus van kwaliteit!
Carolus kus nu met veel vlijt!
Hocus Pocus Pilatus Profijt!
Tover ons weg en je bent ons kwijt!
Hocus Pocus Pilatus Profijt!
Tover ons weg en je bent ons kwijt!
|
Audio Theater Aalst, Belgium
Audio drama -en boeken, luisterspelen -en verhalen, ambient hoorspelen, moordspelen, stadsspelen, GPS-spelen.
Streaming and Download help
If you like Audio Theater, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp